Tags

Eén van de belangrijkste factoren die bijdraagt aan de algehele levenstevredenheid, is de job. België scoort zeer hoog in deze categorie, zelfs voor de tevredenheid van tijdelijke werknemers en in de categorie over de reistijd voor woon-werkverkeer.

Een vast contract is zeker meegenomen, maar de meeste jongeren vinden zich ook prima in een tijdelijk contract.

Weinig medewerkers in België hebben een tijdelijk arbeidscontract, atypische werkuren of kunnen hun werktijd autonoom invullen. Het zijn drie opmerkelijke vaststellingen in een rapport van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid.

Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie, heeft zijn eerste rapport over de levenskwaliteit in de 28 lidstaten gepubliceerd. Eén van de belangrijkste factoren die bijdraagt aan de levenstevredenheid is de job. België scoort zeer hoog daarin, alsook in de tevredenheid van tijdelijke werknemers en zelfs in de reistijd voor woon-werkverkeer.

Volgens de laatste cijfers van de federale overheidsdienst Economie (Statbel) gaat 63% van de Belgen met vakantie. Dit brengt gevolgen met zich mee voor het bedrijfsleven, ondanks de voordelen van de zomervakantie voor werknemers.

In de scholing van flexwerkers wordt minder geïnvesteerd dan van medewerkers in vaste dienst. Maar als er sprake is van een goede jobmatch, krijgen zij wel vaak dezelfde kansen. Tot deze vaststelling kwam de School of Economics in Utrecht in het rapport 'Dynamiek op de arbeidsmarkt: Focus op flexibilisering'.

Bijna twee derde (65%) van de Belgische HR-managers vindt sollicitanten met ervaring in uitzendwerk net zo goed als kandidaten die solliciteren vanuit een vaste job. Tenminste, zolang deze persoon niet wordt beschouwd als een jobhopper.

De arbeidsmarkt van de toekomst wordt meer en meer voorgesteld als langer werken, vaker omscholen en werken in een flexibel regime, tijdelijke contracten incluis. Twee op de drie Nederlanders ziet die arbeidsmarkt als een zeer negatieve evolutie.

Steeds minder Vlamingen werken met een tijdelijk contract. Dat bewijzen de cijfers van het Steunpunt WSE van de KU Leuven. Vorig jaar ging het nog om 6,6% van de werknemers. In 1999 was dat nog 9,5%.