Veel minder tijdelijke werkloosheid tijdens tweede coronagolf
Een groot deel van de daling in de tijdelijke werkloosheid is te verklaren door de opname van de vele vakantiedagen in de laatste maanden van het jaar. Maar de economie werd ook wat meer uit het slop getrokken na de zware impact die de eerste lockdown.
In de eerste coronagolf werd ruim een derde van de Belgische werknemers (36 procent) getroffen door tijdelijke werkloosheid. Arbeiders (56,4 procent) hadden het toen zwaarder te verduren dan bedienden (35 procent) en kaderleden (21,5 procent).
Een heel ander beeld is te zien in de tweede coronagolf: het percentage werknemers dat een of meer dagen tijdelijk werkloos was, is in november-december gezakt naar 14,4 procent. Dat ist 60 procent lager dan in de periode maart-mei 2020. De daling is het grootst bij de groep die in de eerste golf ook al het meest gespaard bleef, namelijk kaderleden en directiefuncties. Maar binnen de zwaarst getroffen groep, de arbeiders, is tijdelijke werkloosheid toch ook sterk teruggelopen: -58 procent. Minder dan 1 op 4 arbeiders (23,5 procent) was de afgelopen maanden minstens een dag tijdelijk werkloos.
In november 2020 zaten Belgische werknemers gemiddeld 1,22 dagen tijdelijk werkloos thuis. In december was dat nog gemiddeld 0,82 dagen. Dat is een opmerkelijk verschil met de eerste golf, toen werknemers in maart gemiddeld 1,93 dagen tijdelijk werkloos waren, in april 4,40 en in mei 2,36 dagen.
Het voorgaande is gebaseerd op de werkelijke gegevens van een representatief staal van werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren.
Bron: Acerta