‘Genderkritiek’: mag dat, kan dat?
Het contract van de werkneemster werd niet hernieuwd nadat zij op sociale media haar anti-transgenderopvattingen wijd had gedeeld. ‘Het geslacht kan en mag niet veranderd worden’ of ‘transgendervrouwen zijn geen vrouwen’ zijn er een paar van.
De arbeidsrechter in eerste aanleg wees de eis van de werkneemster af en becommentarieerde dat onder meer met ‘deze opvattingen verdienen geen respect in een democratische samenleving’.
De beroepsrechter zag het anders. De genoemde opvattingen zijn wijd verspreid en niet gericht op het vernietigen van de rechten van transpersonen. Daarom mogen ze niet uitgesloten worden als ‘een beschermde filosofische overtuiging’. De ‘vrijheid van meningsuiting’ was gered.
Maar de werkneemster moet niet te vroeg victorie kraaien. De beroepsrechter sprak zich niet uit over de vraag of de klaagster gediscrimineerd werd omwille van haar ‘vrije meningsuiting’. Die vraag werd teruggestuurd naar een andere arbeidsrechtbank.
De beroepsrechter beklemtoonde bovendien dat het ‘misgenderen van transpersonen’ niet straffeloos ken gebeuren en dat bedrijven een veilige omgeving kunnen en moeten scheppen voor transpersonen. Hij voegde eraan toe: “De werkgevers blijven aansprakelijk voor daden van pesterij of discriminatie tegen transpersonen op het werk. (…) De klaagster blijft onderworpen aan het verbod op discriminatie en pesterij, net zoals iedereen.”
Wordt vervolgd? Jazeker, maar wie of wat?
Uw gedacht?
Stuur het naar jos.gavel@hrsquare.be