3 op de 4 CEO’s zijn voorstander van loopbaansparen
Loopbaansparen, het concept waarbij werknemers vakantie, overuren of krediet van glijdende uren kunnen opzij zetten tot wanneer het hen beter uitkomt om die op te nemen, vormt één van de hete hangijzers van de wet Werkbaar en Wendbaar Werk. Vanaf 1 februari 2018 wordt het een reële optie. Dan zullen werkgevers en werknemers ‘werken’ en ‘niet werken’ flexibeler kunnen organiseren.
De wet Werkbaar en Wendbaar Werk geeft werkgevers en werknemers meer ruimte om arbeid te regelen. Flexibiliteit is trouwens een verzuchting van alle actoren. Ook werknemers zijn vragende partij, zo blijkt uit de werknemersbevraging, waar 70 procent van de werknemers al aangaf voorstander van loopbaansparen te zijn. Het feit dat werkgevers nu aangeven hier ook voor open te staan, toont aan dat onze arbeidsmarkt er klaar voor is en een wetgevend kader dringend nodig is.
Vakantie in ruil voor cash?
Bij loopbaansparen gaat het nog over een ruil van uren om uren. Dit gaat enkel over tijd: over het hergroeperen van gewerkte en vrije tijd. Uit het onderzoek van Acerta (bij 469 CEO’s en directieleden) blijkt echter dat CEO’s het wel zien zitten om het debat breder te voeren.
Het idee om loon in te leveren voor extra vakantie is niet vergezocht en CEO’s hebben ook daar wel oren naar. 45 procent zette ‘loon in cash inruilen voor extra vakantiedagen’ op één als optie voor werknemers om hun loonpakket zelf samen te stellen. Als werkgever en werknemers op ondernemingsniveau vrij kunnen overeenkomen, mogen we ons verwachten aan interessante en creatieve invullingen waarin beide partijen zich terugvinden. Hierbij is het belangrijk om voldoende soepelheid te voorzien die tot geïndividualiseerde antwoorden op behoeften kunnen leiden.
Bron: Acerta (acerta.be)